Israël heeft de islamitische oproep tot gebed verboden; discriminatie neemt toe
Verbod op Islamitische Oproep in Israël: Betrokken Discussies en Reacties
De extreemrechtse Israëlische Minister van Binnenlandse Veiligheid Itamar Ben-Gvir heeft opdracht gegeven om de oproep tot gebed (adhan) vanuit moskeeën te verbieden. Deze beslissing kwam naar voren met de bewering dat het “Joodse bewoners stoort”. Ben-Gvir vroeg om de luidsprekers die de oproep tot gebed uitzenden in te nemen en om boetes op te leggen voor deze uitzendingen.
Deze maatregel lijkt niet beperkt te blijven tot alleen het verbieden van een korte oproep van twee minuten. Ben-Gvir beweerde dat hij deze stap nodig vond ter bestrijding van “redelijk lawaai” en wetteloosheid. In een interview met de Israëlische media gaf Ben-Gvir aan “trots te zijn op het beleid om onredelijk geluid van moskeeën en andere bronnen te stoppen”.
Redenen Achter het Verbod op de Oproep tot Gebed
- Sociale Spanningen: Het kantoor van Ben-Gvir deelde mee dat “de meeste Westerse landen en enkele Arabische landen lawaai beperken en daar veel wetgeving over hebben”. Echter, deze situatie wordt in Israël verwaarloosd.
- Provocerende Opmerkingen: Ben-Gvir kwalificeerde de adhan op het X-platform als een “gevaar voor nabijgelegen Israëliërs” en introduceerde dit beleid. Arabische leiders beschouwen dit verbod echter als een provocerende aanval op hun gemeenschappen en religieuze rechten.
Reacties en Bezwaar
Mansour Abbas, leider van de Verenigde Arabische Lijst, veroordeelde deze beslissing en beschuldigde Ben-Gvir ervan verdeeldheid te zaaien. “Ben-Gvir probeert voortdurend het samenleven te saboteren,” deelde hij zijn mening mee.
Mensenrechtenactivisten en Arabische burgemeesters beschouwen dit verbod als een andere discriminerende zet van de extreemrechtse Israëlische regering. Waarnemers wijzen erop dat dit verbod, samen met de eerdere provocaties van Ben-Gvir bij de Al-Aqsa Moskee, het risico met zich meebrengt om meer onrust te bevorderen.
Claims van Religieuze Oorlog
De Amerikaanse Raad voor Islamitische Betrekkingen (CAIR) veroordeelde de laatste verbod van de Israëlische regering op de Islamitische oproep in moskeeën. Nihal Awad, de nationale uitvoerend directeur van CAIR, zei: “Aanvallen op moskeeën, kerken, culturele ruimtes en religieuze teksten maken deel uit van een campagne om de Palestijnse cultuur uit te wissen.”
Awad beschuldigde de Amerikaanse president Joe Biden ervan bij te dragen aan de onderdrukking van religieuze vrijheden door de Israëlische regering te steunen. Bovendien riep hij landen met een moslimmeerderheid op om samen te komen en “concrete stappen te ondernemen om deze genocide te beëindigen.”
Vergelijkbare Voorvallen in het Verleden
Ben-Gvir staat bekend om zijn eerdere acties gericht tegen de oproep tot gebed. In 2013 verstoorde hij samen met een groep extreemrechtse activisten de oproep tot gebed door deze via luidsprekers uit te zenden in de wijk Ramat Aviv in Tel Aviv.
In de Knesset kwamen ook pogingen aan de orde om de oproep tot gebed te beperken. In 2017 werd de Muezzin Wet, die het gebruik van luidsprekers voor religieuze doeleinden beperkte, in de eerste stemming goedgekeurd, maar niet afgerond. Critici beweren dat dergelijke maatregelen specifiek gericht zijn op moskeeën en de moslimgemeenschap in Israël verder marginaliseren.
Als u meer van uw gedachten over dit onderwerp wilt delen of artikelen over soortgelijke onderwerpen wilt lezen, laat dan alstublieft uw opmerkingen achter!